Zeg eens Y

Een beetje een pleidooi voor mededogen. 
Misschien was het dat wel, 
wat eraan ontbrak. 
Ging het niet om kennis of vaardigheden, 
om meer wetenschap. 

Raakten mensen werkelijk immuun voor leed? 
Dat kon zij niet geloven. 
Al hekelde zij de steeds agressiever wordende reclame, 
die, 
naar zij hoopte, 
weinig effect zullen hebben gehad. 

Het leek steeds meer op het doel heiligt de middelen. 
Dat deed het nooit. 
Er ging iets vanuit dat giftiger was, 
dan wat werd bestreden. 

Zij vertikte het. 
Er moesten andere opties zijn. 
Capituleren was een gebrek aan alternatief. 
Werd het toch pompen of verzuipen dan moest dat maar. 

Een voorbeeld geven zou het te makkelijk, 
tevens te moeilijk maken. 
De kans groot, 
er alleen op de inhoud zou worden gereageerd. 
Een mens was snel, 
zich een mening te vormen. 

Zodanig compleet, 
dat de verdenking, 
bij haar, 
ontstond. 

Het was allang in kannen en kruiken. 
Dat gold ook voor haar. 
Een raamwerk, een raster, 
waarbinnen een veel beperktere keuze lag. 
Zij had daar ooit over gelezen. 
In een geheel ander kader, partnerkeuze. 
Hoogst interessant. 

Zou dat op kunnen gaan voor alle beslissingen in het leven? 
Dat die al veel eerder, 
door jezelf, 
in grote lijnen, 
zijn gemaakt, 
zodat niet keer op keer, 
helemaal opnieuw een afweging moet worden gemaakt? 

Een soort van blueprint, 
stelde zij zich voor. 
Dan zou dat ook achterhaald kunnen worden, 
door een paar simpele testjes, 
leek haar. 

Gebeurde zoiets niet al, 
terwijl mensen, 
onschuldig wat gegevens invulden? 


Hoe zij ook dacht, 
zij raakte er eerder dieper in verzeild. 
Het waren natuurlijk veel te grootste dingen. 
Dat begreep zij wel, 
om zomaar een oplossing te vinden. 
Daarnaast was er nooit één oorzaak. 
Altijd kwam men bij een samenloop van omstandigheden, 
die hadden geleid tot. 

Betekende dat niet vanzelfsprekend het omgekeerde? 
Als je een enkel ding veranderde, 
de afloop automatisch een andere wending had? 
Dat bood perspectief. 
Zij kon het niet laten. 
Zinvol, nuttig, accuraat. 

Wie deed er nou graag iets zonder enig doel? 
Al was het maar, jezelf plezieren. 
Desnoods verzon zij er een paar, 
met fantasie, 
niet onmogelijk. 
Wat anderen deden moesten zij weten. 

Het was zo onbenullig, 
zo banaal, 
toch was het daaruit voortgekomen. 
Hierin zat weer het oordeel opgesloten. 

Wanneer was die rekening opgemaakt in iemands leven? 
Hoe oud was jij toen je besloot, 
dat een groot deel niet deugde? 
Niet goed genoeg om ooit jouw partner te zijn. 

Zonder problemen accepteerde zij dat. 
Zij had er eigenlijk nooit bij stil gestaan, 
dat zij discrimineerde, 
maar elke keer als zij bekende hetero te zijn, 
deed zij dat. 
Vandaar dat zij dat minimaliseerde. 

Sprak zij liever over andere problemen.
Zoals heterofobe graag, 
een brug in kleuren pimpen.
De verteller wacht, 
tot politici pijpend en beffend op het binnenhof, 
hun standpunten onderstrepen. 
Hoopt zij dat de brandweer thuis kan blijven, 
mededogen. 

Geen zoutpilaar.

Reacties