Zeg eens q


In tegenstelling tot wat zij verwachtte, 
was de kleine gemeenschap, 
uiterst tolerant. 
Van bekrompenheid was, 
in het geheel geen sprake. 
Daar had zij zichzelf op een zoveelste vooroordeel betrapt. 

Haar korte haren, 
waren opvallend kort. 
Haar kleding slordig, 
te groot en liefst unisex. 
Daarmee viel zij, 
als verschijning, 
uit de toon, 
dat kon niet ontkend worden. 

Daarnaast was haar lage stem alleen geschikt voor tenor. 
In de vorige koren werd daar, 
zeker in eerste instantie, 
wat vreemd over gedaan. 

Het is wel voorgekomen, 
zich aanmeldend bij een nieuw koor, 
na een verhuizing, 
dat men haar niet geloofde. 
Dan werd haar gezegd toch bij de alten te gaan staan, 
zonder haar gehoord te hebben. 

Het was een lang uur, 
tot aan de pauze. 
Zij was toen al ruim in de veertig, 
voelde zich niet serieus genomen. 
Er waren momenten dat zij tegen de tranen vocht, 
die zij op voelde komen. 

In het begin probeerde zij het nog, 
enkele noten lukte haar, 
alles onder de tonenbalk, 
maar het merendeel was veel te hoog. 

Achteraf weet zij niet meer, 
hoe zij de tijd is doorgekomen. 
Een nieuw begin ergens maken, 
valt toch al niet mee. 
Koppig haar kaken op elkaar houden, 
geen optie, 
dan sloeg zij immers ook een raar figuur. 
Zij was blij, 
dat dit niet aan het begin van haar koorzang was, 
dan had het tevens wellicht het einde betekent. 

Gelukkig waren er genoeg ervaringen om op terug te kijken, 
wist zij, 
dat zij best goed was. 
Zij kende haar sterke en zwakke punten. 
Zij was een actief lid, 
die altijd thuis nog op haar partij studeerde, 
dat deden de meeste niet. 
Ook kon zij noten lezen en speelde meerdere instrumenten. 

Haar gehoor was zuiver. 
Ritmisch was zij zwak. 
Moeilijk was ook, 
de eigen toon houden, 
afwijkend van de hoofdmelodie, 
die meestal de sopranen was toebedeeld. 
Dat was iets dat zij thuis niet kon instuderen, 
was een kwestie van kilometers maken, 
zoals zij dat noemde.


Deze akelige ervaring was haar vierde koor. 
Haar moed verzamelend, 
is zij in de pauze naar de dirigent gestapt, 
te kennen gegevend, 
dat zij echt niet mee kan met de alt partij, 
te hoog. 
Blijkbaar was hij nu wel bereid, 
zij was misschien ook wat beslister in haar optreden, 
eigenlijk was zij behoorlijk kwaad. 

De tweede helft stond zij, 
tussen de mannen, 
met een tenorpartij in haar handen. 
Eindelijk, 
niet langer voor spek en bonen. 

Haar gedachten, 
had zij nog niet op een rijtje kunnen krijgen, 
de verwerking, 
van wat haar was overkomen, 
had haar, 
de hele pauze al parten gespeeld. 

De week daarop stond zij, 
keurig bij de tenoren. 
Kon zij zich concentreren op het zingen zelf. 
In de pauze was er niemand, 
van het bijna tachtig tellend koor, 
die haar aansprak. 
Ook de dirigent, 
die haar nu had horen zingen,
niet. 

Aan het einde heeft zij bedankt, 
bij de voorzitter, 
die verbaasd vroeg waarom. 
“Niet mijn repertoire.” 
Hij keek haar verbaasd aan. 

“Accent op ritme in plaats van melodie. 
Ik houd meer van harmonie.” 
“Ritme is ook harmonieus”, 
verbeterde hij haar. 
"Mijn laatste opmerking sloeg niet op de muziek, 
maar op het koor. 

Alstublieft.” 
Daarbij overhandigde zij de map, 
draaide zich langzaam om en liep traag naar de uitgang. 

Reacties