Zeg eens j


Tekenen van vermoeidheid tekenden zich af. 
Zij keek graag naar buiten. 
De luchten vond zij het mooist. 

Na alle verhuizingen in haar leven, 
wist zij dat zij altijd iets vond om naar uit te kijken. 
Iets dat haar dierbaar werd. 
Dat had zij nodig. 
Zij wist niet zeker of dat in de familie zat, 
maar dat zou zomaar kunnen. 
Iets dat houvast bood, 
misschien zelfs troost. 

Op tafel de koffie, dropjes en medicijnen, 
telefoon, papieren zakdoekjes. 
Kon het maar precies zo blijven. 
Netjes, 
gisteren gepoetst, 
opgeruimd. 

Elke keer was dat een soort afscheidt, 
dan sloop de wanorde toe, 
net zo als het donker werd. 
Ook dat was dan lekker vertrouwd. 
Zij voelde het groeien, 
zo onschuldig. 

Ineens, 
leek het, 
stond het, 
dan midden in de kamer. 
Nooit was zij erop voorbereid, 
hoe vaak het ook gebeurde. 
Altijd doorgaan, 
enthousiast blijven, 
was onnatuurlijk, 
dat wist zij wel, 
dat moest zij toch incalculeren? 

Moe, van haar eigen vragen. 
Wat verwachtte zij? 

Er had zich een ritueel ontwikkeld, 
deels bedacht, 
doch er zat ook willekeur, 
groei, 
aan vast. 
De manier waarop zij handelde. 

Dan moest er eerst een emmer overlopen, 
niet letterlijk. 
Waarom wilde zij nu niet met een voorbeeld komen? 
Iets weerhield haar. 
Zij had er immers tientallen op de plank liggen.


Zij kon toch gewoon vertellen, 
dat als zij een huis binnen stapte, 
waar zij ging wonen, 
er eerst koffie moest worden gezet. 
Dat zij dan extra op de geluiden lette. 
Hoe het water kletterde in de gootsteen, 
de gevoeligheid van de kraan. 
De afstand tot de waterkoker, 
of het koffiezet apparaat. 

Elk detail werd opgezogen, 
in slow motion afgedraaid. 
Dan werd bepaald waar de suiker kwam te staan, 
waar de koffiemokken. 
Dat moest in een keer goed, 
eigenlijk, 
dat was een soort teken. 

Zij wist heel zeker dat dit het moment was, 
waarop zij besloot, 
hoe voortaan zij zich zou voelen, 
in dit huis.
Echt van haar, 
werd het een thuis. 

Een klein fragment uit een wekenlange procedure. 
Iemand anders maakt misschien een foto. 
Haar zus, 
moest ook altijd eerst koffie, 
vertelde zij, 
maar dan ging het meer om het drinken. 
Moeder begon met poetsen. 
Zo beschouwd was het niet bijzonder. 

De kater van de buren, 
die een kijkje kwam nemen, 
alles was belangrijk, 
op zo’n moment. 
Daarom herinnert zij zich, 
denkt zij, 
nog al die keren. 

Een soort van over-bewustzijn. 
Misschien was dat een manier waarop je altijd moest leven? 
Bij dat idee, 
voelde zij zich uitgeput raken. 
Als dat in het nu zijn betekende, 
koos zij een andere richting, 
zij zou dat nooit vol kunnen houden. 

Zij had er wel over gelezen. 
Het zou gelukkig maken, 
tevreden. 
Waarschijnlijk had zij dat verkeerd begrepen 
of deed ze het anders dan bedoeld, 
te intensief. 

Geconcentreerd een taak verrichten, 
vooral een simpele, 
was meditatief, 
als men dat bedoelde. 

Het wilde haar niet lukken. 
Zij wist wel dat dit verhaal nergens toe zou leiden. 
“Vanavond paasdiner," 
lachtte haar zoon, 
half vragend. 
Aftastend hoe haar stemming was, 
nu de verteller vrij had genomen.

Reacties