Zeg eens h


Zij moest zichzelf soms dwingen eraan te beginnen. 
Eenmaal aan de gang, viel het mee. 
Dan bleek het er tegen opzien erger. 

Ze zou denken dat zij daarvan had beleerd. 
Toch kwam het steeds nog voor. 
Was het misschien wel toegenomen, zelfs. 
Daardoor wist zij wel hoe moeilijk het was te veranderen, 
als dat al mogelijk en wenselijk was. 
Dat was altijd ook nog maar de vraag. 

Door de jaren heen,
 leerde zij zichzelf kennen, 
dat viel wel tegen. 
Eigenlijk wist zij bitter weinig, 
laat staan dat zij daar een beetje mee kon spelen. 

Jezelf zijn. 
Of dat nou erg tijdsgebonden was, 
durfde zij niet te zeggen, 
maar in haar tijd werd dat regelmatig geadviseerd. 
Het klonk zelfs afgezaagd. 

Achteraf begreep zij dat het niet de bedoeling was, 
daarop door te vragen. 
Jezelf zijn, 
dat was nogal wat, 
leek haar, 
dan moest je eerst al weten wie je was. 

Sommigen durfde het woordje gewoon te gebruiken, 
dan werd haar verbazing helemaal groot, 
kon zij het niet laten te vragen, 
hoe je dat doet. 
Gewoon jezelf zijn? 

Dan bedierf zij de pret. 
Zoiets ging al snel over tot een persoonlijke aanval op haar,
waardoor zij dacht, 
dat deze mensen teveel zichzelf waren. 
Het helemaal niet fijn vonden als zij zichzelf was, 
met al haar vragen.

Daar liever niet over dachten, 
waarbij het een excuus werd, 
om egocentrisch je eigen gang te gaan, 
je niets van anderen aan te trekken. 
Het kwam nogal nauw, bij zulke dingen. 


De wat oudere mensen hadden een andere insteek. 
Die in haar omgeving, dan. 
Als zij dingen aankaartte, 
zich afvroeg waarom het was, 
zoals het was, 
terwijl het duidelijk niet in orde bleek. 
Zaken waar zij op school mee werd overladen. 
Was een gevleugelde uitspraak: 
“Verbeter de wereld, begin bij jezelf.” 

Tja, dan voelde zij zich, 
met een mond vol tanden, 
in haar hemd, 
met de rug tegen de muur. 
Zij vluchtte meestal snel naar haar kamer. 

Nu begreep zij ook de uitdrukking, 
als de leraar zuchtend, tegen leerlingen verkondigde, 
dat zij dan wel naar het volgende jaar mochten, 
maar met de hakken over de sloot. 

Het volwassen leven lag vol sloten. 
Vervolgens werd, 
vaak op televisie, 
verteld, 
dat de jeugd de toekomst had, 
dan zaten al die volwassenen instemmend te knikken. 

Nog ouderen waren minder positief, 
die vonden de jeugd opgeschoten, 
langharig tuig, 
die voor niemand nog ontzag hadden, 
opgroeiden voor galg en rad. 

Zulke dingen konden ongecensureerd gezegd worden, 
waar zij bij was. 
Dan keek zij wel eens naar haar moeder. 
Zij verwachtte op zijn minst een, 
begin bij jezelf, 
verhaal, 
maar niets was minder waar. 

Er werd instemmend geknikt, 
hooguit kwam er, 
na afloop een, 
laat ze maar, 
blik. 
Die, naar haar idee meer bedoeld was, 
zodat wij, 
als kinderen, 
niet gingen protesteren. 

Vraag ook nooit, 
waarom, 
als iemand gekruisigd is, 
die dag, 
verword, 
tot, 
goede vrijdag. 

Reacties