Zeg eens T

De eerste dagen van het voorjaar maakten haar triest, 
terwijl zij niet van de winter hield, 
altijd naar de zomer verlangde. 

Geen ander jaargetij gedroeg zich zo uitbundig. 
Zij kon er hooguit rationeel een verklaring voor vinden. 
In de aankondiging, 
zat tevens de teloorgang verborgen. 
Zoiets moest het wel wezen. 
Haar deed het denken aan dat het snel voorbij zou zijn. 

Een prachtige vlinderstruik in haar tuin, 
kreeg volop frisgroene blaadjes, toen al gedoemd. 
Zij kon er maar beter niet te lang bij stil blijven staan. 

In plaats daarvan sloot zij haar ogen. 
Niet naar buiten kijken nu, 
herhaalde zij in haar hoofd, 
als een mantra. 

Een gesprek viel niet met haar te voeren. 
Al het onrecht kwam naar boven. 
De boosheid onderdrukt, 
dat kuurde zij niet uit op totaal onschuldige mensen. 
Althans, 
dat hoopte zij, 
en als, 
dan zo min mogelijk. 

Zij kon er natuurlijk nooit helemaal om heen. 
”Ik heb een slechte dag,” verantwoordde zij zich dan. 
Begrepen dat het voor anderen belangrijk was. 
Weten dat zij niets verkeerd hadden gedaan, 
het niet aan hen lag! 

Dat was een kleine moeite. 
Niet bij iedereen zou het helpen, dacht zij, 
doch wel in de kleine kring, 
waar zij verkeerde. 

Waar werd er nog enige verantwoording gevoelt, gedragen? 
Wat een schitterend woord. 
Zo zou het moeten voelen, besefte zij. 
Met een trots, 
vol doorzettingsvermogen en wilskracht. 

Dragen. 
Zoals een baby op je arm. 
Het leek een groot verschil te maken, 
voor haar. 

Zij probeerde de zinnetjes uit. 
In, jij bent verantwoordelijk, 
zat geen enkele ruimte, 
geen ontsnappen, 
het definieert ook teveel, 
of beter gezegd pretendeert. 

Daar lag dan wel een verklaring, 
waarom mensen er zo op reageerden. 

Jij hebt verantwoordelijkheid, 
klonk al vriendelijker, 
ofschoon in hebben geen werkelijke keuze zit. 
Een soort van opgedrongen plicht, 
een slechte ruil, 
zo kwam het op haar over. 

De neiging, bij beide, 
je te duiken, kwam in haar op, 
haar leek dat wel begrijpelijk. 
Nergens een verlichting, een pauze. 
Hebben en zijn, behoorlijke constanten. 

Dragen kon je delen. 
Samen dragen wij, 
dat was heel goed mogelijk. 
Steeds mooier, 
dieper, 
betekenisvoller. 

Zoals oude bomen, 
de tand des tijds.


Reacties