Zeg een S


Het kon raar lopen. 
Hoe goed zij alles ook plande. 
Daar was zij zeer bedreven in geworden. 
Dat moest ook wel. 

Steeds vaker stond zij stil bij dergelijke zaken. 
Verwonderd. 
Kon dat nog toeval wezen? 

“Ik heb altijd een plan B,” vertelde zij. 
De blik terug was niets zeggend. 
“Noem het een rampenplan.” 
Duidelijker kon zij het niet uitleggen. 
De behoefte aan controle, 
zal eraan ten grondslag hebben gelegen. 

Eindeloos strekte zich de mogelijkheden, zo leek het. 
“Wat wil je later worden?” 
Daarom ook had zij een hekel aan vragen, 
niet te verwarren met de mensen, 
die ze stelden. 
Afhankelijk van haar stemming, 
was haar antwoord. 

Goed in haar vel, kon het haar weinig schelen 
of ontbrak het haar aan energie. 
Dan gaf zij de wenselijk geachte reactie. 
Soms echter wou zij eerlijk zijn, 
natuurlijk had dat iets te maken met de vragensteller. 
Dan daagde zij hem of haar uit. 
Zocht naar een zielsverwant, desnoods 
of was gewoon recalcitrant. 

Nog voordat zij dat woord uit kon spreken, 
wist zij wat het betekende. 
Het verbaasde mensen, die haar niet kenden. 
“Autodidact?” 
Weer een vraag waar zij niets mee kon,
meestal haar schouders bij ophaalde. 

Zij sprak het nooit uit, die andere taal. 
Zij wist heel goed, uiteindelijk, 
hoe anderen het bedoelden. 
Niemand was geïnteresseerd, 
in de mening van een vijf, zes jarige. 

De ergernis, bij haar, is nog steeds groot. 
Misschien was het daarom, dat zij zich aangetrokken voelde, 
tot zaken, waarin het aan communicatie ontbrak. 
Dierenarts, een voor de hand liggende keus. 
Er werd verondersteld dat zij van dieren hield. 

“Dieren kunnen niet praten, 
zij kunnen je niet vertellen wat hen mankeert, daarom.” 
Haar antwoord klonk altijd boos, verontwaardigt. 
Het deed er niet toe of je van ze hield, 
je moest als een detective een dier observeren. 
Veel moeilijker dus als een mensen dokter, 
die stelde gewoon zijn vragen, 
kreeg antwoord, 
simpel zat, 
leek haar. 

Mama, een stuk realistischer, 
vond assistente ook al heel wat, 
gezien de niet zo beste cijfers. 
Onderbouwt werd het met een achterhaald, 
a-feministische denkwijze. 
Moeder kende geen vrouwelijke dierenartsen. 

“Dat bewijst niets,” reageerde zij brutaal. 
Die lege blik, die staarde en overging in een verbeten grimas. 
Zij zal hem voortaan in iedereen herkennen, 
weten hoe laat het was. 
Onbegrepen. 

Indien de machtsverhoudingen ook maar enigszins ongelijk,
zij tot de mindere behoorde, 
maakten het de mensen boos, 
als zij haar niet snapten.



(“
Als ik perse wil en het zou worden, 
staat nu die vrouwelijke dierenarts al voor u, 
al zou ik de allereerste zijn, 
het zal er wel niet van komen, als er niet in wordt geloofd. 

Daarom is het een moeilijke vraag voor mij. 
Ik word helemaal niks, ik ben al.”
“ Nou en of, spuwde moeder,
altijd het laatste woord willen hebben,
ondankbaar.
Altijd alles beter willen weten, lastig en brutaal, dat ben je.
Recalcitrant!
")

Reacties