Zeg eens O


Een nonchalance straalde zij uit. 
Afhankelijk van het gezelschap, 
werd zij daarom geprezen of  het haar verweten. 
Zij wist dat zelf ook wel. 
Voor haar was het meer onderwerp gerelateerd, 
dacht zij. 
Natuurlijk wel andersom. 

Graag zou zij overal haar schouders voor hebben opgehaald,
 daarvoor was zij te geëngageerd. 
Er niet bij horen, 
wat haar zelden betreurde, 
gaf een ongekende, 
grenzeloze vrijheid. 

Deels had zij dat van thuis meegekregen. 
Een strenge, autoritaire houding van haar vader, 
tegenover zijn bijna anarchistische denkwijze. 
Er bestond voor hem geen hogere hiërarchie. 
Na hem kwam God. 

Moeder was veel aardser. 
Kwetsbaar, menselijk, onvolkomen. 
Volgens ma leek zij op haar vader. 
Zij heeft dat maar zo gelaten. 
Nog weet zij niet 
of dat een sneer of compliment betekende. 

Haar man omschreef het, na jaren, 
dat zij een hoge standaard had. 
De kinderen konden ook wel eens zuchtend toegeven, 
dat zij de lat wat hoog legde. 
Daarmee werden dan op bepaalde zaken gedoeld. 
In andere was zij totaal niet kritisch. 

Bij het definiëren van jezelf, 
heb je altijd een referentie kader. 
Het staat in verhouding tot. 
De vraag is welke tot? 
Dat kan niet haar buurmeisje zijn, 
of de fietsenmaker op de hoek, 
in haar ogen. 
Geen willekeurige klas met kinderen, 
waar zij in was terechtgekomen. 


Jouw leven moest werkelijk het jouwe zijn, 
worden, dacht zij. 
Uitzoeken wat dat betekent, 
was een deel van de puzzel. 

Ofschoon zij zich dus niets van andere mensen aantrok, 
nog minder van hun mening, 
waren mensen het belangrijkste dat er was. 
Zij diende goed voor hen te zorgen. 
Was het toeval? 
Nee natuurlijk niet. 

In een geïrriteerde bui, 
heeft zij wel geantwoord op de vraag welke hobby’s zij had, 
dat zij ervaringen spaarde. 
Niet wetend hoe waar dat eigenlijk was. 
Bij vragen over godsdienst weigerde zij openlijk. 
"Persoonlijk, privé". 

Vroeger, is haar verteld, 
lieten mensen  zich niet uit, 
over op welke politieke partij men stemde. 
Dat was een onfatsoenlijke vraag. 
Zij heeft het goed in haar oren geknoopt. 
Vragen zijn er niet altijd om beantwoord te worden. 
Zij beoordeelt sindsdien eerst de vraag. 

Journalisten waren brutale vlegels, 
die overal hun neus in staken. 
Kranten verdienden door het leed van de wereld. 
Dergelijke denkbeelden leefden in haar vader, 
een beetje door in haar. 

Niet dat hij morele standpunten innam, 
zover ging het niet. 
"Ik ben geen dominee", 
waar in de toon, 
geen enkel respect lag voor dominees. 
Zij is er nooit aan toe gekomen, 
daarnaar te vragen, hoe dat zat. 

Zijn wereld was geen mooie, 
zover was haar wel duidelijk geworden. 

Een fataal hartinfarct, 
heeft hem ervan verlost.

Reacties